22OKT2008
Arie de Jong, die als oud 1e elftaller en bestuurslid ongetwijfeld grote verdiensten voor Unitas heeft gehad, was lid geworden van de NSB en colporteerde met het NSB-blad "Volk en Vaderland" op de Hoogstraat en de Langendijk. In de ogen van vrijwel alle Unitassers kon dit niet worden geaccepteerd met als gevolg dat op genoemde Jaarvergadering door de leden een tegenkandidaat werd gesteld in de persoon van Teunis Walraven. Voor de goede orde moet hier worden vermeld dat er bij een groot aantal leden een aversie bestond tegen Arie de Jong. Op de bestuursvergadering van 5 september 1938 was er namelijk een ernstig meningsverschil ontstaan tussen Baltus Meijer en Arie de Jong. Het gevolg was dat Baltus Meijer als bestuurslid bedankte. Bestuur en leden, die achter Baltus Meijer stonden, hebben toen alles geprobeerd om Baltus terug te krijgen, echter zonder resultaat.
In de Jaarlijkse Algemene Vergadering op 29 november 1939 was penningmeester de Jong aftredend en herkiesbaar. De leden zagen hun kans schoon om de Jong te wippen en stelden Jan Snoek als tegenkandidaat. Helaas..., ter vergadering trok Jan Snoek zijn kandidatuur in en Arie de Jong werd automatisch weer voor drie jaar penningmeester. Het is natuurlijk achteraf praten maar als Jan Snoek zijn kandidatuur niet had ingetrokken dan hadden we nooit een Unitas-NSB conflict gehad. Om kompleet te zijn moet worden vermeld dat tijdens de eerste oorlogsdagen in mei 1940, na de evacuatie van de gehele Gorcumse bevolking in de richting Meerkerk, Baltus Meijer en Arie de Jong zich verzoenden.
Om het Unitas-NSB conflict zo duidelijk mogelijk te beschrijven volgen hierna de gebeurtenissen in chronologische volgorde.
5 september 1941 Jaarlijkse Algemene Vergadering.
Penningmeester Arie de Jong was aftredend en herkiesbaar. Door de leden was een tegenkandidaat gesteld in de persoon van Teunis Walraven. Bij de bestuurs- verkiezing kreeg Walraven 61 stemmen en de Jong 9, waardoor Teunis Walraven tot penningmeester werd gekozen.
voorzitter Adrie Lammers bedankte Arie de Jong voor zijn vele werk voor Unitas, waarop de Jong antwoordde dat hij niet teleurgesteld was over zijn niet herverkiezing. Hij zei: ...het niet zo' n mirakel te vinden en nu veel vrije tijd kreeg die hij thans wel voor andere dingen kon gebruiken..."
Voor de goede orde moet worden vermeld dat Huub Sterkenburg de eerste ondertekenaar was bij de kandidaatstelling van Teunis Walraven. Dit zou later door de NSB worden gewroken.
Op 13 oktober 1941 Unitas ontving onderstaande brief:
COMMISSARIS VOOR NIET-COMMERCIEELE
VEREENINGINGEN EN STICHTINGEN
's-Gravenhage, Waalsdorperweg 68-74 en 102-104
Hillegersberg, 13 oktober 1941
Aan den Heer A. Lammers
Haarstraat 31
G o r i n c h e m
De omstandigheden, waaronder bij de laatste bestuursverkiezing der voetbalvereen. ,,Unitas" het bestuurslid de heer A. de Jong niet herkozen werd, zijn voor mij aanleiding een nader onderzoek in te stellen.
Het is mijn voornemen binnenkort Gorinchem te bezoeken en het lijkt mij gewenscht dat ik bij die gelegenheid met U, als Voorzitter van Unitas een onderhoud heb.
Ik verzoek U mij te berichten hoe en waar ik U dan zal kunnen vinden (in den namiddag).
Van den Districts-Inspecteur
v.d. Districten Rotterdam - Dordrecht
en Z.-H. Eilanden,
Kantoor: Hoyledesingel 39 - Hillegersberg
(w.g.) J. HENKE.
9 november 1941
De ondertekenaar van bovenstaande brief, de NSB-er Henke, bezocht voorzitter Lammers. Op de vraag van Henke waarom de Jong niet is herkozen als penningmeester antwoordde Lammers dat de leden bij de kandidaatstelling van Walraven er de reden waarom, niet hadden bijvermeld. Henke wist de reden wel: de Jong was niet herverkozen omdat hij lid van de NSB was.
Nadat Lammers had gewezen op het conflict Baltus Meijer - Arie de Jong en de grote achterstand in de contributiebetaling zei Henke: "de Jong is als penningmeester 100%en er is nooit sprake geweest van onregelmatigheden in de kas ..."
Lammers antwoordde hierop dat, als Henke meende dat iedere penningmeester die er niet met de kas vandoor ging op 100% gewaardeerd kon worden, deze taxatie ook gold voor de Jong.
4 december 1941 Unitas ontving de volgende aanwijzing.
COMMISSARIS VOOR NIET-COMMERCIEELE
VEREENINGINGEN EN STICHTINGEN
's-Gravenhage, Waalsdorperweg 72, Tel : 720030
's-Gravenhage 4 December 1941
A A N W I J Z I N G Inzake:
Gorinchemsche Voetbalvereeniging ,,Unitas" te Gorinchem
Op grond van de Verordening van den Rijkscommissarisvoor het bezette Nederlandsche gebied tot herordening van de niet-commercieele vereenigingen en stichtingen van 28 Februari 1941 (Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied, No. 8, Verordening No. 41 geef ik U hierbij de aanwijzing:
a. het op de Algemene Vergadering van September 1941 in de plaats van den heer A. de Jong gekozen bestuurslid te vervangen door den heer A. de Jong, W. de Vries Robbéweg 42 te Gorinchem;
b. den heer A. de Jong voornoemd in zijn functie van penningmeester te herstellen;
c. den heer H.K. Sterkenburg tot 1 December 1942 van het lidmaatschap Uwer vereeniging vervallen te verklaren en hem tot dien datum den toegang tot Uw terreinen, lokalen en bijeenkomsten te ontzeggen;
d. mij vóór 15 December 1941 te berichten wat te dezer zake door U is geschied.
Commissaris voor niet-commercieele
Vereenigingen en Stichtingen,
(w.g.) MuLLER LEHNING.
9 december 1941 Bestuursvergadering.
Boven afgedrukte brief werd besproken. Uiteraard bestond er grote verontwaardiging over de inhoud van de brief. Vastgesteld werd dat de niet-herverkiezing van de Jong volkomen reglementair was en dat ook Huub Sterkenburg geen enkele handeling tegen de reglementen had begaan.
Besloten werd eerst overleg te plegen met Karel Lotsy, als lid van het College van Gevolmachtigden voor de sport.
Enkele dagen later bezochten Teunis Walraven en Piet de Bekker de heer Lotsy. Deze meende dat, als Unitas zijn standpunt zou handhaven men er verzekerd van kon zijn dat Unitas onherroepelijk van de kaart zou verdwijnen. Hij vond de inzet te hoog en het leek hem verstandiger om de Jong terug te nemen. Van Karel Lotsy was dus niet veel steun te verwachten.
De uitlating van Lotsy dat Unitas van het toneel zou verdwijnen was voor het bestuur aanleiding om met het bestuur van de KNVB te gaan praten. Hiertoe gingen Baltus Meijer en voorzitter Lammers naar Den Haag waar zij een onderhoud hadden met Bondsvoorzitter Dr. D.J. van Prooije en secretaris A.J. Staal. Door beide heren werd mondeling de verzekering gegeven dat, mocht Unitas ophouden te bestaan, zij na de oorlog weer in de 2e klasse mocht terugkeren.
15 december 1941 Bestuursvergadering.
Deze vergadering stond in het teken van de Unitas-NSB kwestie. Het bestuur stelde vast dat, zonder de reglementen te verkrachten, de eisen van de NSB niet konden worden aanvaard.
Na een stemming werd besloten alle door de NSB gestelde eisen af te wijzen. Voor de besluitvorming waren ook Ere-voorzitter van Tilburg en Ere-lid Beausar geraadpleegd.
Aan Mr. Vonkenberg zou worden verzocht een concept op te maken voor het antwoord van Unitas aan de NSB.
Inmiddels had Baltus Meijer een onderhoud gehad met de Jong waarin laatstgenoemde stelde dat hij onder deze omstandigheden niets voelde voor een heropening in het bestuur. Maar ja... zijn partij wilde doorzetten.
Voorzitter Adrie Lammers had nog een onderhoud met de kringleider van de NSB in Gorcum, E. Bakker. Deze Bakker was tevens de werkgever van Arie de Jong.
Dit onderhoud was zo onaangenaam dat de heer Lammers er spoedig een eind aan maakte.
18 december 1941
Op deze datum werd een door Mr. Vonkenberg geconcipieerde brief verzonden aan de NSB. Hierin werd o.m. gesteld dat de bestuursverkiezing op 5 september 1941 volkomen reglementair was terwijl er evenmin gronden waren om maatregelen tegen de heer Sterkenburg te nemen.
Tevens werd uitgebreid gewezen op het conflict Baltus Meijer - Arie de Jong waaruit zou moeten blijken dat dit conflict een mogelijke reden was voor de niet herverkiezing van de Jong.
De conclusie was: "...Het zal u duidelijk zijn dat het bestuur in deze omstandigheden meent aan een niet aan een niet gemotiveerde en door haar met alle rechten en billijkheid strijdig geachte maatregel geen gevolg te kunnen geven, zulks hoe gaarne zij moeilijkheden wil voorkomen en het tenietgaan van een vereniging die voor de lichamelijke volksopvoeding in onze stad van uitermate groot belang is, wil voorkomen..."
Hierna werd nog aangehaald dar de Jong geen prijs meer stelde op een bestuursfunctie en dat, hoewel Unitas de heer Sterkenburg niet als lid wil afvoeren, deze bereid was vrijwillig als lid te bedanken.
(Dit laatste was een voorstel van de heer Sterkenburg, zonder enige pressie van Unitas.)
Lange tijd werd er niets vernomen en Unitas leefde in de hoop dat de zaak was afgedaan, maar dat was valse hoop.
22 april 1942
Unitas ontving een uitnodiging om bij de NSB heren in Den Haag te verschijnen
"...Teneinde te komen tot een definitieve regeling inzake de aan Unitas gegeven aanwijzing..."
24 april 1942
De bestuursleden Lammers, Walraven en de Bekker werden in Den Haag ontvangen door twee NSB-ers, genaamd Drs. G. van Dop en ene Duijser. Na een uiteenzetting van Unitaszijde die welwillend werd aangehoord brak de storm los. Een "heetgebakerde" Duijser noemde de niet herverkiezing een politieke zaak, waaraan de NSB wel een eind aan zou maken. Unitas had nu maar eenvoudig te voldoen aan de voorgeschreven eisen, anders kon niet worden ingestaan voor de gevolgen.
Het bleek een weinig hoopvol onderhoud
Inmiddels had Karel Lotsy geadviseerd om een brief te schrijven naar de Gevolmachtigde voor de Sport, de heer Groningen á Stüling, een NSB-er.
De brief ging op 28 april 1942 uit maar er is nooit antwoord op gekomen.
2 mei 1942
N.a.v. de bespreking op 24 april 1942 ontving Unitas de volgende brief:
COMMISSARIS VOOR NIET-COMMERCIEELE
VEREENINGINGEN EN STICHTINGEN
Waalsdorperweg 72
Telefoon 720030
's-Gravenhage 2 mei 1942
Aan
den heer A. Lammers,
Haarstraat 31
G o r i n c h e m
Naar aanleiding van de besprekingen, welke met drie Uwer bestuursleden op 21 April 1942 werden gehouden, deel ik U mede, dat mij is gebleken dat het besluit van de Algemeene Vergadering inzake de niet-herkiezing van den heer A. de Jong inderdaad ongedaan moet worden gemaakt.
In verband hiermede verzoek ik U thans onverwijld aan de in mijn schrijven van 4 December 1941 gegeven aanwijzingen gevolg te geven, met dien verstande, dat in punt C inplaats van 1 December 1942 moet worden gelezen 1 Maart 1943.
Daar ik aanneem, gezien de groote beteekenis die U terecht aan de Vereeniging "Unitas" toekent, dat U het belang van de lichamelijke opvoeding in Gorinchem zeker niet zult willen schaden, gelieve U mij uiterlijk 9 Mei 1942 te berichten dat aan mijn aanwijzingen door U gevolg is gegeven.
Commissaris voor niet-commercieele
Vereenigingen en Stichtingen,
Namens dezen,
het Hoofd der Afdeeling
(w.g.) onleesbaar).
Dit was min of meer een dwangbevel. De termijn dat Huub Sterkenburg zijn lidmaatschap ontzegd moest worden was verlengd tot 1 maart 1943.
5 mei 1942
N.a.v. de op 2 mei ontvangen brief besluit het bestuur met algemene stemmen het eenmaal genomen besluit te handhaven en dus niet in te gaan op de dreigementen van de NSB.
9 mei 1942
De volgende brief verzond Unitas aan de NSB;
Gorinchem, 9 Mei 1942
Den Heer Commissaris voor
niet-commercieele Vereen. en Stichtingen,
Waalsdorperweg 72
's-Gravenhage
HoogEdelgestrenge Heer,
Uw schrijven van 2 dezer is een onderwerp van ampele bespreking geweest in de door ons gehouden Bestuursvergadering.
Zoowel in ons schrijven van 18 December als bij de op 21 April gehouden bespreking hebben wij een uitvoerige uiteenzetting gegeven van ons standpunt in de onderhavige aangelegenheid en het lijkt ons overbodig en nutteloos zulks thans opnieuw te doen.
Bij de behandeling van Uw schrijven in onze Bestuurs-vergadering konden wij geen enkel motief vinden dat verandering in onze, U bekende, zienswijze zou kunnen brengen en wij betreuren het, U niet anders te kunnen mededelen, dan dat het thans zitting hebbende Bestuur niet in staat is maatregelen te nemen welke in strijd zijn met den wil der Algemeene Vergadering en met ons, ook door U goedgekeurd, reglement, te meer daar ons de gelegenheid ontbreekt de meening onzer leden door middel van een Algemeene Vergadering te hooren.
Met verschuldigde gevoelens,
Namens het Bestuur der G.V.V. ,,Unitas",
(w.g.) T. VAN DEN ANKER, Secretaris.
Een moedige brief. Zij die de oorlogstijd hebben meegemaakt weten dat men voor de minste weerstand tegen de Duitse bezetter of diens handlanger, de NSB, vlot kon worden opgepakt en naar een concentratiekamp afgevoerd. U zult begrijpen dat de toenmalige bestuursleden en hun gezinnen in grote spanning leefden. Maar hun genegenheid voor Unitas en hun afkeer tegen de NSB sterkten hun standvastige houding.
23 juni 1942 Bestuursvergadering.
Terwijl secretaris Teunis van de Anker bezig was met het lezen van de notulen van de vorige vergadering stapte oud-penningmeester Arie de Jong vergadering binnen
en overhandigde de voorzitter een brief met de volgende inhoud:
COMMISSARIS VOOR NIET-COMMERCIEELE
VEREENINGINGEN EN STICHTINGEN
Waalsdorperweg 72
Telefoon 720030
's-Gravenhage 19 juni 1942
B E S C H I K K I N G
Betr.: Verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied tot herordening van de niet-commercieele Vereenigingen en Stichtingen van 28 Februari 1941 (Verordeningsblad voor het bezette Nederlandsche gebied, No 8, Verordening No. 41).
Op grond van bovengenoemde Verordening heb ik beschikt: dat met ingang van 17 Juni 1942 wordt benoemd tot Gemachtigde voor de Gorinchemse Voetbalvereeniging ,,Unitas" te gorinchem de heer A. de Jong, W. de Vries Robbéweg 42 te Gorinchem.
De Commissaris voor niet-commercieele
Vereenigingen en Stichtingen,
Namens dezen
het Hoofd der Afdeeling
(w.g.) onleesbaar)
Op een vraag van de voorzitter wat dit betekende antwoordde de Jong dat hij in alle besluiten van het bestuur de eindbeslissing had en dat vergaderen zonder hem verboden was.
De voorzitter sloot hierop de vergadering met de mededeling dat hij op de trainingsavond op donderdag 25 juni het standpunt van het bestuur aan de leden en de Jong zou mededelen.
25 juni 1942
Op deze trainingsavond waren veel ledenaanwezig omdat al één en ander over deze affaire was uitgelekt.
Zoals reeds onderling was afgesproken overhandigden alle bestuursleden aan de Jong schriftelijk hun besluit dat zij als bestuurslid en tevens als lid van Unitas bedankten.
Na afloop van de training deelde voorzitter Lammers de leden mee wat er was voorgevallen. Hierna overhandigden vrijwel alle aanwezigen aan de Jong een, in alle haast opgedoken, briefje waarop ook zij mededeelden dat zij als lid bedankten.
De leden die niet op deze avond aanwezig waren bedankten op de volgende dagen.
De Jong was gemachtigde van een club die niet meet bestond.
UNITAS HAD OPGEHOUDEN TE BESTAAN !!!
De houding van Unitas tegenover de NSB had veel sympathie gewekt in Gorcum en ver daarbuiten. Het medeleven was groot. Zo stelde bv. de buurtvereniging "Indië" haar sportveld beschikbaar om de Unitasspelers in de gelegenheid te stellen om d.m.v. een onderling partijtje, toch nog enigszins in conditie te blijven.
Helaas, de NSB kwam erachter en verbood de buurtvereniging haar terrein beschikbaar te stellen op straffe van onteigening van dit terrein.
Ook had de NSB de (K)NVB verboden overschrijving te verlenen aan Unitassers die tijdelijk naar een andere vereniging wilden om in conditie te blijven. Zo ontving Wim Muller de volgende brief:
NEDERLANDSCHE VOETBALBOND
Opgericht 1 Augustus 1940
Telefoon 334305
Postrekening No. 58928 's-Gravenhage, 9 October 1942
Van de Spiegelstraat 21
Verzoeke bij Uw antwoord te vermelden:
No. d. M. Overschrijvingen
Den WelEd. Heer W. K. C. Muller
Langendijk 77, Gorinchem
Weledele Heer,
Naar aanleiding van Uw brief d.d. 25 September j.l. spijt het ons U namens den Commissaris voor niet-commercieele vereenigingen en stichtingen te moeten mededeelen dat U niet voor overschrijving naar een andere voetbalvereeniging in aanmerking komt.
Imiddels verblijven wij,
Hoogachtend,
Nederlandsche Voetbalbond,
(w.g.) A. STAAL,
Secretaris - Penningmeester.
In december 1941, dus een half jaar vóór de ontbinding van Unitas, had burgemeester Mr.L.P.J. van Rappard aan Unitas een voorstel gedaan om tot een oplossing te komen in het geschil.
Dit voorstel hield in:
1. Arie de Jong weer in het bestuur opnemen en de heer Sterkenburg te verzoeken vrijwillig als lid te bedanken.
2. Na een aantal weken zou Arie de Jong vrijwillig aftreden als bestuurslid.
Dit voorstel werd toen door het Unitasbestuur, als onaannemelijk, verworpen.
Bespreking 29 juni 1942.
Nu Unitas opgehouden had te bestaan nodigde de burgemeester het Unitasbestuur en Baltus Meijer uit om zijn voorstel nogmaals te bespreken. Unitas ging hiermee akkoord en de bespreking vond plaats op 29 juni 1942 in het stadhuis en werd genotuleerd door de gemeente-secretaris.
Aanwezig waren: burgemeester van Rappard, Baltus Meijer en de Unitasbestuurders; Adrie Lammers, Piet de Bekker, Teunis van de Anker, Teunis Walraven, Henk van der Heijden en Tinus Rovers. (Bob den Besten was verplicht tewerkgesteld in Duitsland.)
Daar het geen nut heeft om deze bespreking in zijn geheel weer te geven zullen we ons beperken tot de belangrijkste punten.
De burgemeester begon met te herinneren aan zijn in december 1941 gedane voorstel inhoudende: de Jong weer in het bestuur opnemen, de heer Sterkenburg verzoeken te bedanken waarna na korte tijd de Jong weer vrijwillig zou heengaan. De burgemeester betreurde dat dit voorstel toen door Unitas is verworpen.
Volgens de heer van Rappard had Unitas bij de aanvang van het conflikt een grote beleidsfout gemaakt. De heer de Jong had zijn politieke overtuiging nooit in vergaderingen of op het voetbalterrein uitgedragen.
Aan het slot van zijn inleiding zei de burgemeester dat hij Baltus Meijer had uitgenodigd omdat hij deze zag als vertegenwoordiger van de "scherpe richting" in dit conflict.
Uiteraard protesteerde de heer Meijer tegen deze voorstelling van zaken. (overigens zeer terecht. Het lijkt, op zijn zachtst gezegd, zeer onprettig om in oorlogstijd als zodanig gekwalificeerd werd genotuleerd.)
Op een vraag van de burgemeester welke houding het Unitas-bestuur dacht aan te nemen en of het bereid was zijn bemiddeling te aanvaarden antwoordde de heer Lammers dat het Unitas-bestuur van oordeel was dat Unitas in de gelegenheid moest worden gesteld een geheel nieuw bestuur te kiezen, waarin het huidige bestuur noch de heer de Jong plaats zouden mogen nemen.
Nadat over en weer verschillende meningen en soms ook verwijten werden geuit en de burgemeester o.m. had verklaard alles in het werk te willen stellen om Unitas te behouden en het bestuur uit de inpasse te helpen werd besloten om de volgende dag, 30 juni 1942, weer een bespreking te houden waarvoor tevens de kringleider van de NSB, de heer E. Bakker en oud-penningmeester de Jong door de burgemeester zouden worden uitgenodigd. Ook deze bespreking vond plaats in het stadhuis en werd weer genotuleerd door de gemeente-secretaris.
Bespreking 30 juni 1942.
In zijn openingswoord schetste de burgemeester de gebeurtenissen die waren voorafgegaan. Aan het slot hiervan zij hij dat het bestuur van Unitas zal moeten erkennen dat het in deze kwestie een beleidsfout heeft gemaakt en vroeg hij de heer Bakker om krachtig mee te werken aan de oplossing van dit conflict. De heer Bakker zei daartoe bereid te zijn maar dan moet de beslissing van de commissaris voor niet commerciële verenigingen (de NSB) worden uitgevoerd. Hij wilde dat het Unitas-bestuur aan alle leden een brief zou sturen waarin o.m. zou moeten worden vermeld:
1. Dat burgemeester van Rappard bemiddelend is opgetreden en aannemelijk heeft kunnen maken:
2. Dat de houding van het Unitas-bestuur niet tactisch is geweest en daarom besloten had om A. de Jong weer als "commissaris" van Unitas te aanvaarden.
De heer Lammers zei hierop dat deze voorwaarden zwaar waren waarop de heer Bakker antwoordde dat als Unitas niet meer aan politiek zou doen, de Jong zich daarna zou terugtrekken.
De heer Lammers herhaalde het voorstel van Unitas inhoudende het aftreden van het huidige bestuur en het kiezen van een geheel nieuw bestuur. Bakker vond dit voorstel onaannemelijk en ook de burgemeester vond dat het voorstel van Lammers geen basis van overeenkomst kon vormen.
Burgemeester van Rappard was van mening, gehoord de gevoerde discussie, dat het mogelijk was een oplossing te vinden op de volgende basis:
1. Het bestuur schrijft een Buitengewone Algemene Vergadering uit.
2. Het bestuur stelt voor om de Jong weer als bestuurslid op te nemen.
3. Het bestuur trekt zijn ontslagname in.
In die Algemene Vergadering, waarbij de burgemeester aanwezig wilde zijn, zou moeten uitkomen dat de Jong zich als gemachtigde zou terugtrekken zodra de normale toestand was teruggekeerd.
De heer Lammers vond het voorstel van de burgemeester persoonlijk onaannemelijk, het Unitas-bestuur zou zich met dit voorstel een brevet van onbekwaamheid geven.
Baltus Meijer kon deze opvatting niet delen: "Het is dan de Algemene Vergadering die een besluit neemt en zichzelf dus een brevet van onbekwaamheid zou geven".
Baltus had nog wel een probleem: indien de Algemene Vergadering zou besluiten de Jong als bestuurslid terug te nemen, dan zouden er acht bestuursleden zijn en dit was in strijd met het Huishoudelijk Reglement.
Buitengewone Algemene Vergadering 17 juli 1942
De Buitengewone Algemene Vergadering die moest beslissen over het wel of niet terugnemen van Arie de Jong als bestuurslid werd gehouden op 17 juli 1942.
De convocatie bevatte de volgende agendapunten:
A g e n d a
1. Opening
2. Behandeling bekende kwestie
3. Sluiting.
Deze vergadering, waarvoor aan de Duitse bezetters toestemming moest worden gevraagd, werd gehouden in Roxy en genotuleerd door secretaris Teunis van de Anker. Behalve burgemeester van Rappard waren aanwezig 110 senioren, 30 junioren, 1 buitenlid en 16 donateurs.
In zijn openingswoord releveerde voorzitter Lammers de gehele voorgeschiedenis.
Hierna kreeg Arie de Jong het woord. Ook hij greep terug op de gebeurtenissen van de afgelopen maanden en zei o.m.: "...Ik heb niet anders gedaan dan te trachten Unitas te behouden, en ik hoop dat de leden de haat die zij jegens mij koesteren, deze avond opzij zullen zetten en alleen aan Unitas denken, want het zou mij zeer ter harte gaan als Unitas zou sneuvelen..."
Jan de Vries vroeg o.m. of men op deze avond vrijuit kon spreken waarop de burgemeester antwoordde dat "...wij als Nederlanders ons altijd de vrijheid moeten toekennen om op volwaardige wijze te zeggen wat wij te zeggen hebben..."
Daarna kreeg Huub Sterkenburg, de man waarvan de NSB eiste dat hij als lid van Unitas moest worden afgevoerd, het woord.
Ook hij ging terug in de historie en vervolgde met te zeggen dat hij vond dat de Jongniet meer in het bestuur thuisbehoorde. "...Gij jongeren zult uw sport niet kunnen beoefenen...Dat offer zult ge moeten brengen. Denk aan uw clublied waarin wij zingen: Wij gaan voor niemand uit de weg. Denk ook aan onze Ere-voorzitter van Tilburg, die in St.Michelsgestel zijn offer brengt. (De heer van Tilburg was door de Duitsers gearresteerd) Ik ben ook bereid een offer te brengen..."
Nadat Baltus Meijer en Jan de Vries nog hun mening hadden kenbaar gemaakt kreeg de burgemeester weer het woord.
Aan het einde van zijn betoog diende de heer van Rappard een door hem zelf samengestelde motie in.
Deze motie eindigde met de volgende besluitpunten:
b e s l u i t :
A. het defungeerende bestuur uit te noodigen zijn zetels weer in e nemen en zich opnieuw met de regeling der werkzaamheden der vereeniging te belasten;
B. het bestuur uit te noodigen tot het treffen van de noodige maatregelen tot statutenwijziging, waardoor het aantal bestuursleden van 7 op 8 zal worden gebracht;
C. den heer de Jong uit te noodigen, in afwachting der nog formeel tot stand te brengen statutenwijziging, zitting te nemen als voorloopig bestuurslid op voet van gelijkheid met de alsdan opnieuw in functie tredende leden van het defungeerende bestuur;
en gaat over tot de orde van den dag.
Alvorens tot stemming over te gaan vroeg Huub Sterkenburg nogmaals het woord. Hij herhaalde "...de Jong lusten wij niet meer ..." en hij ontzegde de burgemeester het recht om in een voetbalvereniging voor te schrijven wat gedaan moest worden. Hij zou tegen het voorstel stemmen. De heer Thé Prins merkte op dat het voor de ouderen niet moeilijk was hun standpunt te bepalen. Hij zou graag de mening van de jongeren willen vernemen, zij toch zullen de grootste offers moeten brengen.
Als één van deze jongeren verklaarde Albien Vernooy hierna dat hij tegen het voorstel zou stemmen.
De stemming had het volgende resultaat:
Uitgebracht 108 stemmen; waarvan 46 vóór en 62 tegen aanvaarding van de motie.
UNITAS BLEEF ONTBONDEN !
Unitas uitgeschakeld
Ook na deze vergadering bleef de onderlinge band voorbeeldig. Toen de competitie begon en de standen werden gepubliceerd viel het de voetbalwereld op dat Unitas niet aan de competitie deelnam.
Op 18 september 1942 publiceerde "de Sportkroniek", het officieel orgaan van de (K)NVB dat de voor Unitas vastgestelde wedstrijden kwamen te vervallen. De Gorinchemsche Courant reageerde hierop door te schrijven: "...Thans is dus werkelijk komen vast te staan dat we dit jaar de roodbroekenniet meer tussen de krijtlijnen zullen zien. Hiermee verdwijnt één der oudste Gorcumse verenigingen uit de voetbalwereld met een staat van dienst waarop men met recht trots kan zijn ..."
Karel Lotsy
Inmiddels had er wederom een bespreking plaats gevonden met Karel Lotsy, sinds 30 mei 1942 voorzitter van de (K)NVB. Ook deze bespreking liep op een teleurstelling uit. Hij was door de Gevolmachtigde voor de Sport (een NSB-er) aangezocht om naar Gorinchem te gaan om met Unitas te overleggen of het niet verstandiger was aan de eisen van de NSB gevolg te geven.
Unitas weigerde.
Liquidatie Unitaseigendommen
In november 1942 ontstonden er geruchten dat de bezittingen van Unitas, zoals de tribune en kleedkamers geveild zouden worden. Toen die geruchten steeds geloofwaardiger werden nam Baltus Meijer een snelle beslissing en in de kortste tijd had hij fl. 10.000,= bijeen, toentertijd voldoende om de Unitas-bezittingen terug te kopen. Een zwager van Baltus, de heer Verheul, had zich bereid verklaard als stroman te fungeren en zodoende onze bezittingen veilig te stellen.
Dat het menes werd bleek uit het feit dat een aantal verenigingen, d.m.v. tussenpersonen, naar de conditie van onze tribune informeerden. Ook burgemeester van Rappard was uiteraard op de hoogte van een eventuele liquidatie van onze opstallen. Dit was voor hem een aanleiding om opnieuw een poging te ondernemen om tot een oplossing te komen.
Hij vroeg of het reeds eerder door Unitas gedane voorstel inhoudende het huidige bestuur treedt af en er wordt een nieuw bestuur gekozen, zonder de afgetreden bestuursleden maar ook zonder de Jong, nog van kracht was.
Toen het Unitas-bestuur hierop met "ja" antwoordde nam de burgemeester contact op met de NSB.
De NSB ging nu in principe akkoord met dit voorstel echter onder voorwaarde dat er een neutraal persoon benoemd zou worden die er toezicht op moest houden dat in Unitas niet aan politiek werd gedaan.
Algemene Vergadering 4 december 1942
Dit voorstel werd behandeld in een algemene Vergadering die op 4 december 1942 werd gehouden in "Tavenu" in de Krabsteeg.
Behalve een groot aantal leden waren hierbij aanwezig burgemeester van Rappard, Karel Lotsy, de heer Migchelsen en Arie de Jong. Na een openingswoord van voorzitter Lammers was het de heer van Rappard die het nieuwe voorstel aan de vergadering voorlegde. Zoals hierboven reeds vermeld hield dit in:
Het aftreden van het huidige bestuur en het kiezen van een nieuw bestuur echter zonder de afgetreden bestuurders maar ook zonder de Jong. Nadat ook Karel Lotsy een opwekkend woord had gesproken werd door de vergadering het voorstel met algemene stemmen aangenomen.
DE STRIJD VAN UNITAS WAS TOT EEN GOED EN EERVOL EINDE GEBRACHT
In het nieuwe bestuur werden gekozen: Baltus Meijer, voorzitter; Jan Sterkenburg, 2e voorzitter; Cees Verduin, secretaris; Jan Snoek, penningmeester; Ad Duijnhouwer, Gerrit Jochems, en Thomas Kraayveld, commissarissen.
Tot "toezichthouder" werd benoemd een goede vaderlander t.w. de heer Migchielse, consulent voor de lichamelijke oefening, inspectie Gorinchem. De overwinning van Unitas werd na de vergadering ten huize van Frank Wels op feestelijke wijze beklonken.
De 1e competitiewedstrijd 6 december 1942
Twee dagen later, op zondag 6 december 1942, speelde Unitas 1 reeds zijn eerste competitiewedstrijd, thuis tegen Overmaas, die met 3-0 werd gewonnen.
Een goede prestatie van een ongetraind elftal dat de competitie inging op het moment dat de concurrerende elftallen reeds 9 à 10 wedstrijden hadden gespeeld.
Vóór de aanvang van de wedstrijd brachten de spelers drie cheers uit op burgemeester van Rappard als dank voor zijn geslaagde bemiddelingspoging. Ook het in grote getale opgekomen publiek werd hartelijk begroet als dank voor de ontvangen morele steun.
Huub Sterkenburg
Helaas, Huub Sterkenburg die in dit conflict zo'n moedige rol heeft gespeeld werd later door de Duitsers gevangen genomen en naar een concentratiekamp overgebracht. In de vergadering van 17 juli 1942 zei hij in een fel betoog dat hij bereid was een offer te brengen.
Huub Sterkenburg bracht zijn offer. Het offer van zijn leven.
Commentaar
Natuurlijk heeft de Unitas-NSB kwestie, zowel tijdens als na de oorlog, in ons land veel reakties opgeleverd.
Zo schreef tijdens de oorlog het bekende illegale blad "Vrij Nederland" op 10 oktober 1942:
HET VADERLANSCH VERZET TEGEN DE NAZI-GELIJKSCHAKELINGS-POGINGNEN
"Voorbeelden die ons leeren hoe het moet en hoe het kan.
zonderluidruchtigheid, vaak ongeweten door het overgroote deel van het Nederlandsche Volk, wordt er in onze vereenigingen en instellingen die nog onbesmet zijn gebleven van de nazi-invloed, een verbitterde strijd gestreden tegen den machtshonger en terreur van de NSB. Het is ons helaas niet mogelijk elk geval dat ons ter oore komt, in ons blad te publiceeren, hoewel de dappere strijders voor onze gemeenschappelijke zaak verdienenbij het gehele volk bekend en geëerd te zijn. Deze burgers immers zijn de soldaten in dezen totalen oorlog, wier heldendaden niet onderdoen voor die van onze soldaten op de Grebbe.
Door middel van z.g. Verwalters probeert de NSB overal binnen te dringen waar zij niet thuishoort.
De voetbalvereeniging Unitas, één van de oudste leden van de KNVB, weigerde zoo'n nazihandlanger en alle leden, tot het jongste lid der junioren, bedankten".
Wij vroegen ons toentertijd af hoe het mogelijk was dat deze verzetskrant afwist van onze strijd tegen de NSB. Na de oorlog werd dit ons duidelijk. Henk van Randwijk, de grote man achter "Vrij Nederland" kwam als oud-Gorcummer hier regelmatig zijn broers en zusters opzoeken.
Deze en zijn zwager (en Unitasser) Roel Boegheim hadden hem over deze kwestie ingelicht.
In het toentertijd veelgelezen blad "Sportief" van 22 maart 1946 schreef de bekende sportverslaggever Ir.A. van Emmenes een paginagroot artikel over de Unitas-NSB kwestie. Onder de kop "Het moedige gedrag van Unitas" gaf hij een getrouw verslag van de gebeurtenis. Hij besloot met: "...Unitas kan zich het als een eer aanrekenen dat zijn bestuur en leden zich in moeilijke tijden buitengewoon moedig hebben gedragen en dat zij niet voor de bezetter en zijn handlangers bezweken zijn. En daarvoor dient de Gorcumse club onze bewondering en hulde..."
Bij de gelegenheid van het 75 jarig bestaan van Unitas in 1973 ontving zij een zeer hoge koninklijke onderscheiding nl. de Erepenning van Verdienste. Deze onderscheiding, waar Unitas zeer trots op is, werd verleend wegens het moedige verzet in oorlogstijd.
Het weekblad "Vrij Nederland" kwam op 5 mei 1979 uit met een geïllustreerde bijlage met als onderwerp: "Voetbal in de oorlog". In dit artikel werd een aantal verenigingen en personen uit de voetbalwereld om hun houding in de oorlogsjaren aan de kaak gesteld. In tegenstelling hiervan werd de houding van Unitas als grote, gunstige, uitzondering genoemd.
Van de hand van oud-burgemeester van Rappard verscheen in 1979 een lijvig boekwerk getiteld "Hoe was het ook weer". Hierin wordt ook de kwestie Unitas-NSB beschreven.
Een voor Unitas teleurstellende beschrijving. Na alle waardering die wij van derden hebben ontvangen, na het verlenen van een hoge onderscheiding door de Koningin, schrijft de heer van Rappard, 37 jaar na het geschil met de NSB op blz. 503 "...Hierop trok ik mij terug, betreurende dat men deze onbenullige zaak op de spits wenst te drijven..." en op blz. 507: "...Ik was in die dagen oprecht van mening, en ik ben dat tot op de huidige dag nog, dat men met een beetje meer nuchter beleid dat zinloze spiegelgevecht zou hebben kunnen vermijden..."
Wij vragen ons af hoe dit "zinloze spiegelgevecht" vermeden had kunnen worden. Dat zou alleen kunnen betekenen: Unitas had, volgens de heer van Rappard, de Jong als bestuurslid moeten handhaven!
Een waarderend woord werd niet verwacht maar het feit dat het Unitas-NSB geschil na al die jaren voor Unitas negatief belicht wordt is, nogmaals, teleurstellend.
Op blz. 508 geeft de heer van Rappard een foutieve weergave van de feiten. Hij schrijft: "...Enkele dagen voordat alle eigendommen van Unitas zouden worden geveild, stelde ik mij voor de zoveelste maal opnieuw met het bestuur in verbinding en informeerde of men wellicht één mijner vroegere bemiddelingsvoorstellen, te weten, geheel terugtreden zowel van het bestuur als van de Jong en het door de Algemene Vergadering verkiezen van een geheel nieuw bestuur met alleen maar nieuwe figuren, als een laatste mogelijkheid voor een vergelijk in overweging zou kunnen nemen?..."
Dit was echter geen voorstel van de heer van Rappard maar van Unitas, verwoord door voorzitter Lammers tijdens de besprekingen op 29 en 30 juni 1942. Dit voorstel werd toen echter afgewezen maar later, op 4 december 1942, bracht het de oplossing van het conflict.
Teleurstellend vinden wij wat geschreven wordt over onze Ere-voorzitter E.G.Q. van Tilburg. Op blz. 510 lezen wij: "Het erelid en oud-voorzitter de heer van Tilburg, bereids vanaf 10 september 1942 weer uit het Gijzelaarskamp te St.Michielsgestel naar huis teruggekeerd en derhalve toen ruimschoots in staat om van zijn eventueel afwijkend oordeel over de laatste gang van zaken te doen blijken,heeft bij deze slotfase gen acte de précence gegeven. Desondanks achtte hij zich gerechtigd om na de bevrijding mijn rol bij de Unitas-affaire te brandmerken als een symtoom van een geestesgesteldheid, die er slechts op gericht was de geest van het verzet waar dan ook te breken..."
We vinden deze beschrijving zeer onterecht en zij werpt een smet op de goede naam van de heer van Tilburg.
De heer van Tilburg werd op 4 mei 1942 door de Duitsers gearresteerd en naar het gijzelaarskamp St.Michelsgestel overgebracht. Ruim 4 maanden later, op 10 september werd hij weer vrijgelaten.
De heer van Tilburg is door het Unitasbestur bij het nemen van belangrijke beslissingen steeds geraadpleegd, ook toen hij gevangen zat. Toen hij op 10 september 1942 thuiskwam was er geen enkele reden meer om "acte de précence" te geven. Unitas bestond niet meer en voor de oplossing van het conflict op 4 december 1942 waren geen activiteiten nodig.
We herinneren ons wijlen de heer van Tilburg als een hoogstaand mens en een goed vaderlander.
Tenslotte meent de heer van Rappard zeker te weten dat de arrestatie en het wegvoeren naar een concentratiekamp van Huub Sterkenburg niets met zijn moedige houding in de Unitas-NSB kwestie te maken heeft gehad. Hij schrijft: "...Zijn arrestatie en wegvoering naar een concentratiekamp...stond in geen enkel verband met de Unitas-zaak, al heeft men dat in de boosaardige intentie om mij na de bevrijding in een kwaad daglicht te plaatsen, wel beweerd..."
We hebben niet in de keuken van de Duitsers kunnen kijken maar wij zijn er van overtuigd dat de houding en woorden van Huub Sterkenburg tijdens de Unitas-NSB kwestie hem bij de Duitsers en de NSB-ers tot een felle antifascist en dus tot een concentratiekampkandidaat hebben bestempeld.
Tot slot: Arie de Jong. Deze werd na de oorlog als lid van Unitas geroyeerd en voor het leven de toegang tot onze terreinen ontzegd. Toch was hij na enige tijd weer op ons veld te vinden hetgeen door het toenmalige bestuur oogluikend werd toegelaten. Men was in Unitas-kringen ervan overtuigd dat niet de Jong de aanstichter van de kwestie was maar zijn baas, de kringleider van de NSB, E. Bakker.