Cookie beleid Unitas

De website van Unitas is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Voorzitters

Voorzitters

1907

G.R.W. den Bakker
1907 - 1908



Onder zijn voorzitterschap speelde Unitas voor het eerste seizoen in de N.V.B. 

Unitas voettbalde in die periode op het zogeheten Exercitieveld, gelegen tussen de spoorlijn Gorcum - Dordrecht en het Kanaal van Stenenhoek op de plaats waar nu de firma Jéwé is gevestigd. Het grootste probleem van voorzitter den Bakker en zijn bestuur was het ophoesten van de jaarlijkse terreinhuur. De kosten daarvan waren voor die tijd werkelijk astronomisch, maar liefst zestig gulden per jaar!

1908

F. (Fré) van Peer
1908 - 1910



De eerste voorzitter die te maken kreeg met een jubileum: het 10 jarig bestaan van Unitas werd gevierd met de organisatie van een serie jubileumwedstrijden. Het bestuur had voor die tijd gezorgd voor een gerenommeerd deelnemersveld, namelijk VFC uit Vlaardingen en Excelsior en Xerxes uit Rotterdam. Het jubileumseizoen leverde een tekort op van honderd gulden, maar in augustus 1910 had het bestuur deze schuld afgelost.

Dat zulks niet eenvoudig was, kan simpel worden verklaard door een kijkje in de boekhouding van Unitas: 34 leden betaalden dertig cent contributie per maand, de 13 donateurs brachten jaarlijks dertien gulden in het laatje, de recette van de 6 thuiswedstrijden bedroeg fl.44,=. Maar ook toen al wist Unitas het hoofd boven water te houden door te beknibbelen op alle uitgaven (het lot van menig voorzitter).

1911

E.G.Q. van Tilburg
1911 - 1914



Reeds op 21-jarige leeftijd werd Van Tilburg geroepen tot "het hoogste ambt". Tijdens zijn eerste jaar als voorzitter promoveerde Unitas naar de 2e klasse. Vreugde alom; een vreugde die omsloeg in bekommernis, toen het bestuur te horen kreeg dat het Excercitieveld werd afgekeurd voor competitievoetbal. Met behulp van de heer Mouthaan, hij stelde een perceel weiland beschikbaar en met een donatie van honderd gulden van de Gorcumse burgerij, kon het Unitasbestuur het terrein aan De Grote Haar openen. Dat voorzitter van Tilburg zelf ook nog financieel bijsprong, mag nog wel even worden vermeld.

Het verblijf aan De Grote Haar laat zich lezen als een jongensboek: de spelers moesten zich bijvoorbeeld verkleden bij moeder Goes.
In 1914 mobiliseerde Nederland en moest voorzitter van Tilburg zich als reserve-officier melden bij zijn onderdeel en dat betekende meteen het einde van zijn eerste periode als voorzitter.

1914

B. (Baltus) Meijer
1914 - 1915



In 1914 werd Baltus Meijer "mobilisatie-voorzitter". De meeste leden van Unitas zijn onder de wapenen geroepen en Baltus Meijer is voorzitter van een vereniging die eigenlijk alleen nog maar op papier bestaat. In 1918 neemt Baltus Meijer andermaal het roer over.

Slechts twee jaar duurde zijn bestuursperiode alvorens hij - door ziekte gedwongen - de voorzittershamer moest overdragen aan van Tilburg. In 1942 kreeg Baltus Meijer voor de derde keer de voorzittershamer van Unitas in handen. Overtuigingskracht en doorzettingsvermogen waren zijn sterkste eigenschappen, Eigenschappen die gepaard gingen met een zakelijke aanleg. Een ideale combinatie voor Unitas in moeilijke tijden.

1915

A. (Arie) Ottevangers
1915 - 1917



Als beroepsmilitair was de heer Ottevangers gelegerd in de kazerne in Gorcum. Zijn belangstelling voor Unitas bleek voldoende om hem voorzitter van Unitas te maken. Het kader was in die tijd trouwens beperkt: Unitas was een kleine vereniging waarvan het gros der leden was gemobiliseerd.
Dit bestuur heeft zich gedurende de Eerste Wereldoorlog hard ingespannen om Unitas te laten voortbestaan. Vergaderen gebeurde trouwens om kosten te besparen rond de kleermakerstafel van Fré van Peer!

Op voorstel van voorzitter Ottevangers werd een huishoudelijk reglement opgesteld, dat door de leden op 24 december 1916 werd goedgekeurd. In 1917 verhuisde Unitas van De Haar naar het bekende Volksweerbaarheid. In 1918 beëindigde Ottevangers zijn lidmaatschap van Unitas na een meningsverschil met enkele bestuursleden. En ondanks de aandrang van de ledenvergadering om zijn besluit te herzien, bleef hij bij zijn standpunt. Pas later ontdekte men bij Unitas hoezeer de heer Ottevangers als voorzitter zijn best heeft gedaan om Unitas door een moeilijke periode heen te loodsen.

1918

B. (Baltus) Meijer
1918 - 1920



In 1918 neemt Baltus Meijer andermaal het roer over, nadat hij ook al voorzitter was in de periode 1914-1915. Slechts twee jaar duurde zijn bestuursperiode alvorens hij - door ziekte gedwongen - de voorzittershamer moest overdragen aan van Tilburg.

In 1942 kreeg Baltus Meijer voor de derde keer de voorzittershamer van Unitas in handen. Overtuigingskracht en doorzettingsvermogen waren zijn sterkste eigenschappen, Eigenschappen die gepaard gingen met een zakelijke aanleg. Een ideale combinatie voor Unitas in moeilijke tijden. Zo stelde hij in 1943 het "Steunfonds voor terreininrichting" in. De opening van de zittribune op 24 augustus 1947 was ongetwijfeld één van de hoogtepunten van Baltus Meijer bij Unitas. Een loopbaan die een periode van maar liefst 36 jaar omvatte. Daarbij was Baltus Meijer ook op landelijk bestuursniveau actief. Voor die bezigheden werd hij door de Dordtse Voetbalbond tot lid van verdienste en door de KNVB tot bondsridder benoemd.

1920

E.G.Q. van Tilburg
1920 - 1939



In 1920 wordt van Tilburg werderom tot voorzitter van Unitas benoemd, nadat hij ook in de periode 1911 - 1914 voorzitter was van onze vereniging. Bestuursverslagen uit zijn tweede periode als voorzitter kenschetsen hem als een sterke persoonlijkheid en een krachtig en bezielend bestuurder. Hoogtepunt tijdens zijn voorzitterschap was ongetwijfeld de verhuizing naar een echte accommodatie.

Op 17 september 1922 werd namelijk De Toekomst feestelijk in gebruik genomen. Van Tilburg bracht bij die gelegenheid hulde aan alle vrijwillige medewerkers.
In de periode 1920 - 1939 groeide Unitas onder leiding van voorzitter van Tilburg uit tot een vereniging die een vaste waarde werd in het Nederlandse voetbal. Bij het 40-jarig bestaan in 1938 werd E.G.Q. van Tilburg voor al zijn diensten benoemd tot Ere-voorzitter van Unitas.

1939

A. (Adrie) Lammers
1939 - 1942



Als secretaris van Unitas had de heer Lammers al bewezen over grote bestuurlijke capaciteiten te beschikken. Als opvolger van de vermaarde E.G.Q. van Tilburg had de heer Lammers het niet gemakkelijk. Men wilde immers bij Unitas graag vergelijken... Bovendien was Lammers zelf ook niet al te gemakkelijk wat soms spanningen in het bestuur opriep.

Besturen in de oorlog was zwaar, daar kwam nog bij dat Unitas in de zogeheten NSB-affaire verwikkeld raakte. De gevolgen zouden voor Unitas desastreus kunnen zijn, vandaar dat een bemiddelingspoging volgde. Op 4 december 1942 aanvaardde de ledenvergadering deze bemiddelingspoging tegen de zin van het bestuur in. Voorzitter Lammers en zijn bestuursleden treden vervolgens af.

Voor zijn vele verdiensten werd A. Lammers in 1948 tot erelid van Unitas benoemd.




1942

B. (Baltus) Meijer
1942 - 1950



In 1942 kreeg Baltus Meijer voor de derde keer de voorzittershamer van Unitas in handen. Overtuigingskracht en doorzettingsvermogen waren zijn sterkste eigenschappen, Eigenschappen die gepaard gingen met een zakelijke aanleg. Een ideale combinatie voor Unitas in moeilijke tijden. Zo stelde hij in 1943 het "Steunfonds voor terreininrichting" in. De opening van de zittribune op 24 augustus 1947 was ongetwijfeld één van de hoogtepunten van Baltus Meijer bij Unitas.

Een loopbaan die een periode van maar liefst 36 jaar omvatte. Daarbij was Baltus Meijer ook op landelijk bestuursniveau actief. Voor die bezigheden werd hij door de Dordtse Voetbalbond tot lid van verdienste en door de KNVB tot bondsridder benoemd.

Bij zijn afscheid als voorzitter van Unitas in 1950 werd hij op voorstel van zijn opvolger, Teunis van den Anker, door de algemene vergadering tot Ere-voorzitter van Unitas benoemd. Een onderscheiding die Baltus Meijer tot aan zijn overlijden in 1983 heeft mogen dragen.

1950

T. (Teunis) van den Anker
1950 - 1960



Teunis van den Anker had al tien jaar ervaring als secretaris toen hij n 1950 opvolger werd van de legendarische Baltus Meijer. Ook Teunis van den Anker drukte duidelijk zijn stempel op Unitas. Hij stond voor zijn zaak en als het belang van Unitas in het geding was, was hij onverzettelijk. Hij eiste 100% inzet van zijn medebestuurders en misschien nog wel meer van zichzelf.

Teunis van den Anker was een man met inhoud, recht door zee, duidelijk uitkomend voor zijn mening, waarbij hij ook ruimte liet aan zijn medebestuursleden om hun ideeën te ventileren. Een bekwaam bestuurder derhalve wiens kwaliteiten ook werden onderkend door het district. Zo maakte hij 15 jaar deel uit van het bestuur van het District West II van de KNVB. Voor zijn bestuurlijke inzet op dit terrein werd hij zowel door de afdeling Dordrecht als door de grote KNVB onderscheiden.

Een lange loopbaan als bestuurder leverde natuurlijk ook hoogtepunten op: het feit dat hij met instemming van de algemene vergadering van Unitas Baltus Meijer tot Ere-voorzitter van Unitas mocht benoemen; het kampioenschap in het seizoen 1955 - 1956; de viering van het 60-jarig bestaan in de Glashof in Leerdam. In 1961 werd Teunis van den Anker benoemd tot erelid van Unitas.

1960

A. (Arie) Roza
1960 - 1971



Toen Arie Roza tot voorzitter van Unitas werd benoemd had hij al ruime ervaring opgedaan met het bestuurs- en commissiewerk. Zo was hij jarenlang bestuurslid en tweede voorzitter, voorzitter van het Steun- en trainingsfonds en bestuurslid van de Lustrumcommissie. Als oud-eerste elftalspeler moet het voorzitter Roza genoegen hebben gedaan dat in "zijn" periode Unitas 1 maar liefst driemaal kampioen werd: in 1963, in 1967 en in 1971 om precies te zijn. Dat laatste kampioenschap was misschien wel het mooiste.

Hét hoogtepunt was echter de verhuizing van De Toekomst naar sportpark Molenvliet. Een titanenklus die met behulp van vel Unitassers in recordtijd werd geklaard. Hier liet Arie Roza zijn organisatorische kwaliteiten zien, toonde hij hoe hij clubmensen kon inspireren tot grootste daden.
Een ander belangrijk feit was het initiëren van de Stichting Uitbouw Unitas. Een stichting die het Unitas mogelijk maakte om allerlei extra projecten binnen de club te realiseren.

Voor zijn vele verdiensten werd Arie Roza in 1973 benoemd tot erelid van Unitas en tot lid van verdienste van de afdeling Dordrecht.
In 1990 werd Arie Roza door de ledenvergadering benoemd tot Ere-voorzitter. In 1987 werd nog eenmaal een beroep op hem gedaan. De club had hem nodig en door zitting te nemen in het bestuur hielp hij Unitas gedurende nog eens zeven jaar als 2e voorzitter.

1970

G.H. (Geert) Willemstein
1971 -1980



Via commissiewerk en een bestuurslidmaatschap kwam Geert in 1971 op de hoogste post van Unitas. Hier kon hij zijn enorme ervaring uit het zakenleven combineren met clubliefde en het verder uitbouwen van Unitas. Vooral de accommodatie, het thuishonk van Unitas had zijn volle aandacht. Daarbij was Unitas op sportief gebied een toonaangevende eerste klassser, ooit wel eens het "Ajax van West II " genoemd.

In 1974 werd de Hoofdklasse ingesteld en via een fraaie tweede plaats in de competitie dwong Unitas promotie naar de Hoofdklasse af. Unitas speelde wederom op het hoogste landelijke niveau! Helaas volgde in 1979 degradatie naar de 1e klasse, maar tot grote vreugde van Geert en heel Unitas promoveerde Unitas in 1980 weer naar de Hoofdklasse. Dat waren enkele sportieve zaken tijdens het voorzitterschap van Geert Willemstein; de viering van het 75-jarig en het 80-jarig bestaan waren voor hem bijzondere belevenissen.

Als voorzitter mocht hij in 1973 de Koninklijke onderscheiding, de Erepenning van Verdienste, in ontvangst nemen.
Ook op landelijk niveau draaide Geert volop mee. Zo was hij jarenlang afgevaardigde van de Afdeling Dordrecht voor de vergadering van het amateurvoetbal. Op 19 april 1983 - tijdens de "verjaardag" van de club - werd Geert Willemstein benoemd tot Erelid van Unitas. In 2014 is Geert benoemd tot Ere-voorzitter van Unitas.

1980

F. (Fred) Stamkot
1980 - 1984



Met zijn drieëendertig jaar was Fred Stamkot na E.G.Q. van Tilburg de jongste voorzitter die zijn taak aanvaardde. Zijn lange sportieve loopbaan als keeper van het eerste elftal van Unitas had hij gecombineerd met functies als lid van de spelersraad en lid van de clubbladcommissie. Na zijn voetbalcarrière werd Fred al snel bestuurslid en een paar jaar later tweede voorzitter van Unitas. Toen Geert Willemstein aankondigde te gaan stoppen werd vanuit diverse geledingen van Unitas een beroep op Fred Stamkot gedaan om voorzitter te worden.

Fred Stamkot kwam aan het roer in een moeilijke tijd: de clubuitgave stegen fiks, terwijl de inkomsten juist terugliepen. Op sportief gebied draaide Unitas goed mee in de Hoofdklasse. Een en ander resulteerde zelfs in een periodekampioenschap en deelname aan de nationale bekercompetitie met een wedstrijd tegen de profs van DS '79 uit Dordrecht. Het Merwedebrugtoernooi en het Gocumtoernooi waren andere sportieve evenementen die voorzitter Fred Stamkot als ex-speler erg aanspraken. Hoe moeizaam Unitas financieel ook draaide, het clubleven bloeide: de verjaardagen van de club met de toespraken voor de jubilarissen, de recepties op nieuwjaarsdag het waren feesten waar Fred met genoegen op terugkijkt. Dat geldt ook voor de viering van het 85-jarig bestaan. Ook daar hing de roodwitte sfeer die Unitas zo bijzonder maakt.

In 1984 beëindigde Fred Stamkot zijn voorzitterschap van Unitas. Nadien was hij nog voorzitter van de jeugdplancommissie en eindredacteur van het jubileumboek dat bij het 90-jarig bestaan van Unitas werd gepresenteerd.

1984

J.H. (Jan) van Hoorn
1984 - 1987



Als opvolger van Fred Stamkot werd Jan van Hoorn in september 1984 door de ledenvergadering als voorzitter benoemd. Ook Jan van Hoorn was uitermate goed ingevoerd in het Gorcumse bedrijfsleven en was bereid zijn capaciteiten ten dienste te stellen van Unitas. Van belangstellende vader, zijn beide zoons voetbalden in de jeugd, werd Jan van Hoorn ineens kapitein op het Unitasschip.

In zijn periode als voorzitter maakte hij op sportief gebied hoogte- en dieptepunten mee. In het seizoen 1985-1986 werd Unitas voor het eerst in haar geschiedenis zelfs kampioen van de Hoofdklasse! Merkwaardigerwijs volgde één seizoen later degradatie uit de Hoofdklasse. Op bestuurlijk gebied ging het helaas ook niet naar wens. Als gevolg van interne problemen in het bestuur trad Jan van Hoorn in 1987 af. Daarmee beëindigde hij een periode van 3 jaar waarbij hij zich voor de volle honderd procent voor Unitas had ingezet.

1987

G.H. (Geert) Willemstein
1987 - 1988



Via commissiewerk en een bestuurslidmaatschap kwam Geert in 1971 op de hoogste post van Unitas. Hij vervulde deze post tot 1980. In 1987 werd nog een keer een beroep gedaan op Geert Willemstein om de club te leiden.

Als "interim" werd Geert voorzitter van Unitas en in nauwe samenwerking met Arie Roza werd een aantal beleidspunten geformuleerd waaronder een duidelijke verdeling in het bestuur en sanering van de clubfinanciën. In 1987 begon Geert zijn zeker niet gemakkelijke opgave, maar in een jaar tijd kan veel veranderen: Unitas promoveerde weer naar de Hoofdklasse en de viering van het 90-jarig bestaan werd een groots festijn. Bij zijn aftreden in 1988 kon Geert toch met veel voldoening terugkijken op nóg een jaar voorzitterschap.

1988

L.P. (Leen) Hoegee
1988 - 1994



In 1988 was Leen Hoegee de opvolger van Geert Willemstein als voorzitter van Unitas. Leen Hoegee is een Unitasser in hart en nieren die zelf aktief in de jeugd van Unitas heeft gevoetbald en later in met name het derde en vierde elftal. In 1965 stopte hij met voetballen in verband met studie, bovendien verbleef hij tot 1973 in Sliedrecht. Maar Gorinchem bleef trekken en bij zijn vestiging in Gorcum in 1973 werd Leen weer lid van Unitas.

Tijdens zijn voorzitterschap degradeert Unitas in 1989 vanuit de Hoofdklasse naar de Eerste Klasse en zal daar ook blijven spelen. Op bestuurlijk niveau heeft Leen Hoegee zich vooral sterk gemaakt voor het sponsorbeleid, met name het aantrekken van subsponsors. Verder werd een jeugdplan en een medisch plan voor de vereniging geïntroduceerd en werd de bouw van Molenhof gerealiseerd. Dit plan behelsde een nieuw onderkomen voor het spelmateriaal, de wasserij, de accommodatiecommissie en het Unitasarchief.

Leen Hoegee voelde zich als Unitasser zeer vereerd, toen zijn voorstel aan de ledenvergadering om Arie Roza tot Ere-voorzitter van Unitas te benoemen, door de leden werd overgenomen. Meer dan honderd procent inzet en een grote betrokkenheid kenmerkten Leen Hoegee als voorzitter van Unitas

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!